De Surinaamse gemeenschap is al langer bekend met het standpunt van bepaalde christelijke stromingen, met name die van de Vereniging van Volle Evangelie- en Pinkstergemeenten in Suriname (V-VEPS), welke zij op verschillende momenten de afgelopen jaren in de pers tot uiting gebracht heeft. De persconferentie die leden van de VVESP hielden op 9 november bracht geen nieuwe inzichten met zich mee. Dat in hun ogen “toegeven aan homoseksuele gevoelens een zonde is”, is hun mening, en een mening mogen ze natuurlijk hebben. Waar we wel voor moeten waken is dat de mening van de V-VEPS wordt gezien de mening van de hele Surinaame gemeenschap, en dat die mening vertaald wordt in een oordeel over de lgbt-gemeenschap. Dit zou een fundamenteel beginsel zijn voor discriminatie.
Het ministerie van Justitie & Politie onderkent gelukkig dat er sprake is van discriminatie jegens de lgbt-gemeenschap en streeft ernaar deze weg te werken. Dit streven komt tot uiting in onder meer, de onlangs door het ministerie ingestelde Commissie voor Diversiteit en Inclusiviteit en het beleggen van hearings met het maatschappelijk middenveld (inclusief de diverse stromingen binnen de christelijke gemeenschap). Waar de lgbt-gemeenschap zich samen met het ministerie van Juspol, en haar andere medestanders voor inspant, is de optimale beleving van de universele rechten van de mens voor alle burgers van Suriname, inclusief de lgbt-gemeenschap.
Mensenrechten zijn lgbt-rechten en lgbtrechten zijn mensenrechten. Deze erkenning van fundamentele mensenrechten van de lgbt-gemeenschap ontwikkelt zich positief in landen om ons heen, zoals Brazilië, Argentinië, Uruguay en Colombia, die stuk voor stuk non-discriminatie jegens de lgbt-gemeenschap in hun wetten hebben verankerd. Dit zijn allemaal landen met een overwegend christelijke gemeenschap. Het zijn bovendien landen waar er zowel bij wet als in de praktijk een duidelijke scheiding is tussen kerk en Staat, een uitgangspunt waar overigens ook de Surinaamse staatsvorm op gebaseerd is. Het verbod op discriminatie wegens seksuele geaardheid is ook in het Surinaamse rechtsstelsel verankerd, namelijk in artikel 8 van de Grondwet en artikelen 175 en 175a van het Wetboek van Strafrecht.
Hoewel de implementatie van deze bepalingen in de praktijk nog te wensen overlaat, zijn ze wel richtinggevend voor waar we naartoe moeten: voorwaarts, naar een Suriname waar eenieder zichzelf kan zijn en in gelijke mate een beroep kan doen op rechten en vrijheden.De lgbt-gemeenschap kijkt uit naar de eventueel constructieve bijdrage die de VVESP wil leveren in dit traject van antidiscriminatie ingezet door het ministerie . De hoop op deze constructieve bijdrage is mede gebaseerd op de woorden van Paus Fransiscus, de leider van de grootste christelijke stroming op aarde, die om zijn mening gevraagd over homoseksualiteit op 22 juli 2013 antwoordde ” who am I to judge”?
Het bestuur van het LGBT Platform Suriname